Gods weg gaan

Overweging op zondag 12 februari 2023 door Ineke Lamers

Bij: Deuteronomium 30, 15-20 en Matteüs 5, 17-26

 

Week in, week uit lezen we hier de verhalen uit de bijbel. Sommigen, misschien wel velen van ons, slaan die bijbel door de week ook nog wel eens open. En hoe vaak gaat het dan niet over hoe te leven: wat is de goede weg? Een paar weken geleden gaf de Bergrede met zijn Zaligsprekingen al de nodige hints. Vandaag horen we Mozes en Jezus zeggen wat er op het spel staat: leven of dood. Het is nogal wat…

Jezus en de Wet

We zijn nog op de berg volgens Matteüs. Jezus heeft zijn leerlingen en een hoop volk om zich heen verzameld en onderricht. De Gelukkigsprekingen, de Zaligsprekingen hoorden we twee weken geleden en vorige week ging het over zout en licht zijn. En vandaag legt Jezus een directe verbinding met de Wet en de Profeten. Hij maakt duidelijk dat er een rechte lijn loopt van Wet en Profeten naar hemzelf en dat nog niet het kleinste uit de wet verwijderd mag worden. Wie het kleine niet eert, is het grote niet weert. Niks van ‘op hoofdlijnen’ en ‘om en nabij’. Nee, álles in de Tora doet ertoe, niets is er voor niets.

Betekenis van ‘pleeg geen moord’

Hij vervolgt zijn Bergrede met dieper ingaan op de Tien Woorden en begint met ‘Pleeg geen moord’. Dat klinkt voor de meeste mensen vrij vanzelfsprekend en niet erg lastig. Totdat hij analyseert waar moord eigenlijk begint: bij de wens dat een andere mens uit je leven verdwijnt. Moord begint bij minachting van een ander, het negeren van een ander, het pesten van een ander, het haten van een ander, het uitschelden van een ander. Ik realiseerde me dat we in het Nederlands ‘dodende’ woorden hebben voor iemands goede naam en eer aantasten, voor iemand tot zwijgen brengen die iets onwelgevalligs te melden heeft: karaktermoord plegen, iemand monddood maken. Om over doodsbedreigingen nog maar niet te spreken…

En zo wordt bij Jezus ‘pleeg geen moord’: ga niet tekeer tegen je broeder of zuster in woede, scheldt hen niet uit. En omdat moord vooraf gegaan wordt door het verlangen dat een ander verdwijnt uit je leven, uit hét leven misschien wel, is er alle reden om werk te maken van verzoening als je moord wilt voorkomen. De verzoening met de ander is zo belangrijk dat het tempeloffer kan wachten, dat zelfs God kan wachten. Eerst zul je je met je medemens moeten verzoenen en dat betekent: iets doen, een actie ondernemen richting die mens. Het is niet genoeg om sorry te denken of God om vergeving te vragen. Je moet eerst die ander onder ogen komen en daarmee ook jezelf onder ogen komen.

Anders gezegd: wanneer je de Wet op deze manier opvat, dan ben je zoutend zout, lichtend licht. Het mag, nee: het moet zichtbaar zijn dat je volgens de Wet en de Profeten leeft. Tegelijkertijd (dat horen we op Aswoensdag) is het niet de bedoeling om te pronken met hoe precies je je aan de geboden houdt.  Aalmoezen geven, bidden, vasten: in het verborgene graag.

Kiezen voor leven of dood bij Mozes

In Deuteronomium wordt door Mozes ook al stevige taal gebezigd: ‘Besef goed, vandaag stel ik u voor de keuze tussen voorspoed en tegenspoed, tussen leven en dood.’ Heel concreet wordt het hier: je houden aan de geboden van God levert zegen op, je van God afkeren betekent te gronde gaan, van het beloofde land maar heel kort genieten. Zegen of vloek, leven of dood, voor jezelf en voor je nakomelingen. Kiezen dus. En kiezen is niet alleen maar een vakje rood kleuren, maar je keuze léven. Het lijkt alsof het volk hier voor een keuze gesteld wordt. Maar: het is logischer om te denken dat het volk hier herinnerd wordt aan een keuze die al veel eerder gemaakt is. Die keuze is gemaakt bij een andere berg, de Sinaï, waar de Tien Woorden gegeven werden. Dáár wordt het volk op gewezen.

Mozes staat aan het einde van zijn leiderschap: hij is oud en moet het overdragen, maar zal nog één keer in een lied vertellen waar het allemaal over ging, vanwaar het volk gekomen is en waarnaar het onderweg is. Hijzelf zal het beloofde land wel zien, maar niet betreden. Dat lied moet gaan dienen als herinnering voor het volk van nu en aan wat de ENE voor Israël gedaan heeft. Erin opgenomen is al de ontrouw van het volk. Goed om te bedenken dat volgens Bijbelwetenschappers de laatste redactie van dit Bijbelboek na de verwoesting van Jeruzalem in 587 is geschied. Die rampzalige periode wordt theologisch geduid als Gods handelen met een ongehoorzaam volk: goddelijke toorn, maar uiteindelijk toch ook weer goddelijke verzoening. God is vernietigend voor het kwade en leven gevend voor het goede.

Gods weg gaan vandaag

Gods weg gaan: wat is dat vandaag? Woorden als gerechtigheid, vrede, verzoening, eerbied, liefde: ze liggen voor het oprapen. Maar daarmee zijn ze nog niet gedaan. En als we iets aan onze Joodse wortels te danken hebben, is het een besef dat dingen niet alleen gezegd maar ook gedaan moeten worden. Het leven en daarmee God heiligen, het goede doen en het kwade laten: dat zit in het kleine en in het grote, in het leven van alledag.

Maar niet altijd is zo duidelijk wat liefde – een woord dat er voor mij uitspringt – nu eigenlijk is. Het is bijna Valentijnsdag en over die liefde gaat het volgens mij niet in de Schriften. Daar zit een romantische kant aan die wel prettig is, maar voor de wereld niet zoveel te betekenen heeft. Sorry.

De liefde waar op gedoeld wordt in de Bijbel heeft meer te maken met uithouden, verdragen, door tegenstellingen heen kijken, respecteren, beschikbaar zijn, kijken naar ieders belangen. Dat is bepaald niet sentimenteel of romantisch. Dat is gewoon keihard werken! Verdragen dat iemand het grondig met je oneens is. Niet maar wat roepen omdat je daar belang bij hebt, maar je werkelijk ergens in verdiepen. Openstaan voor de vreemde, voor de ander. Je bewust zijn van je eigen macht en die inperken omwille van gerechtigheid voor een ander. Opkomen voor je eigen belang, maar wel passend voor jezelf en voor de ander. Zoeken naar dialoog, verkettering afwijzen. God liefhebben en de naaste liefhebben zoals je jezelf liefhebt: het valt niet mee.

Het is meer dan pijnlijk, een schande gewoonweg, wanneer dan juist vanuit christelijke hoek een schrijver verketterd wordt, om Europa een hek gezet moet worden om onze privileges te bewaken, allerlei uitsluitende patronen telkens weer bevestigd worden.

Dat wij elkaar behoeden en doen leven

Maar ik denk, dat wij hier zijn omdat we in die oude teksten en verhalen, in die oude gebruiken, een bron van goed leven in vrijheid voor allen vermoeden. Dat we vermoeden dat leven hierom draait: ‘Waar wij elkaar behoeden en doen leven, waar laatsten eersten zijn, daar woont hij in.’

Moge dat ons de moed geven om elke dag opnieuw te onderzoeken wat Gods weg is en die weg dan ook te gaan. Amen.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *